Blog

Traditie

28 mei 2008

Als ik haar ’s ochtends een smsje stuur (‘Baby, tu no me f*kking quieres??’) krijg ik aan het eind van de middag antwoord (‘I quiero you so f*kking mucho. You & me sushi zo?’) en zitten we een uur later bij Yamazato in het Okura. De ober reikt ons de kaart aan maar dat hoeft niet, we weten het al. We nemen iedere keer hetzelfde, dat is traditie. Twee witte wijn please, bubbeltjeswater, misosoep, en daarna dat fijne plankje sushi. Dat menu heeft een naam die ik nooit kan onthouden. Vriendin A. doet haar best het correct uit te spreken, maar ze moet het toch ook steeds nog op de kaart aanwijzen, het Japanse spookje begrijpt er anders niets van. Maar die draagt witte sokken in haar teenslippers, en daar begrijpen wij dan weer niets van.
Bij de vette tuna sluiten we altijd even onze ogen – die is te lekker om niet bij stil te staan – hoewel we nu tot de conclusie zijn gekomen dat de zalm ineens nóg lekkerder is, eigenaardig genoeg. Na glas wijn een komt glas wijn twee, en soms ook glas wijn drie, en toch ook nog maar twee extra zalm en twee tonijn. Dat moet nu eenmaal.

Van sommige vrouwen begrijp ik al jaren niets meer, maar van A. begrijp ik alles, en sinds gisteren steeds meer. En zij inmiddels ook van mij, denk ik. Ergens in 2000 kwam ze de kamer van oom H. binnengelopen, nog op de Zwanenburgwal, om te solliciteren. ‘Wanneer kom je nou eindelijk hier werken?’ vroeg ik. En toen kwam ze, om nooit meer weg te gaan. Wat een geluk. Als ik de laatste drie jaar iets heb geleerd, is het wat vriendschap waard is in tijden van liefde en oorlog. ‘Wat moet ik nou?’ vroeg ik dan in Blinde Paniek. ‘Blijven ademen. Gewoon blijven ademen, het komt goed,’ zei ze, en ik deed mijn best haar te geloven. Toen begreep ik het niet, nu wel.
Waarom zij altijd de rekening betaalt, is onduidelijk. Ook een traditie vermoed ik, al heb ik geen idee waar die vandaan komt. ‘Laat maar, ik moet toch kosten maken voor de zaak,’ zegt ze, en ze wappert al met haar creditcard naar de ober. Het Japanse spookje buigt zich een breuk als ze ons uitlaat. Buiten omhelzen we elkaar en beloven snel weer te bellen. Haar Mini slaat linksaf, ik fiets naar huis en denk iedere keer weer: volgende keer betaal ik, maar dat gebeurt nooit. Ook dat is traditie. Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de vriendschap.