11 april 2010
Zo overvloedig als mijn ijskast vorige week was, zo hol klonk hij gisteren toen ik de deur openmaakte, tegen beter weten in op zoek naar iets wat op voedsel leek. In de leegte bromden een courgette, een doosje met drie eieren, pancetta, yoghurt en wat vruchtensap. Dat vroeg om flinke boodschappen halen, maar een geniepig katertje gooide de hele zaterdag roet in het eten. Lusteloos slenteren over de Cuyp deed zijn betekenis niet vaak letterlijk zo veel eer aan: ik had nergens zin in, dus bespaarde ik me de moeite onnodig spullen aan te schaffen, ook al wist ik dat ik daar vandaag spijt van zou krijgen. Vroeger at ik dan een vette uitsmijter kaas op een terras, nu deed alleen de gedachte daaraan me gisteren al kokhalzen. Maar de vroege zon scheen over de Cuyp, het was warm en aangenaam. Halverwege stuitte ik op enkele jeugdige Spanjaarden die fotograferend en met huurfietsen aan de hand langs de kraampjes sjokten. Hoe irritant ook, hun Spaanse gebrabbel zorgde plotseling voor een Briljante Gedachte om het katertje te verjagen: choripan!
Als ik iets heb geleerd in Buenos Aires is het wel dat niets beter helpt tegen een kater dan een knapperig broodje met vers gebakken chorizo op een tomatenbodempje. Zoals in New York op iedere straathoek gepofte kastanjes te verkrijgen zijn, en in Parijs overal crêpes met jam of suiker, zo hoort de choripan bij Argentinië. (Maar uiteraard ook bij Peru, Chili, Venezuela en nog veel meer Zuid-Amerikaanse landen. Allemaal zweren ze bij de choripan, de goddelijke armendelicatesse.)
Terwijl Paco de chorizo liet sudderen in zijn eigen oranje vet, schonk hij knipogend een glas wijn voor me in. ‘Is goed voor jou. Maakt jou beter. Echt.’ Mizz L. bracht nog een glas water en het lome gebonk in mijn hoofd leek weg te ebben. Even later, buiten met mijn ogen dicht en een eerste hap in mijn mond, deed ik of ik met Batigol door Palermo liep, mijn Amsterdamse choripan proevend en ruikend als Argentijnse variant op Prousts madeleine. Dat lukte net niet, maar het kwam verdomd dicht in de buurt. Je kunt de lat in veel gevallen niet hoog genoeg leggen wat mij betreft, maar misschien is de eerste stap op weg naar geluk wel deze: omhelzen wat verdomd dicht in de buurt komt. Stap twee komt dan op een dag vanzelf.