Blog

Knap

11 december 2007

Gisteren at ik met mijn vader bij broer F. heerlijk zuurkool. Net als in echte Elzasser Winstubs met vele worsten, spekken en casselerrib, zoals het hoort. Met een Riesling van Dopff, ter herinnering. De naweeën van Sinterklaas liggen nog goed zichtbaar verspreid door de kamer. Cadeautjes, gedichten, pakpapier, surprises… Sint heeft duidelijk flink zijn best gedaan. Dat vinden mijn twee nichtjes ook. Ze genieten nog altijd na van het feest, en spelen met hun cadeautjes. Tot welke leeftijd wil een kind blijven geloven? Vijf? Zes? Zeven misschien? Nicht Lola is al tien, die maak je niks meer wijs, maar Julia is flink vijf, en zit dus in de gevarenzone. Op een kastje ligt een zelfgemaakte Pietenmuts met veel veren, veel kleuren, en in koeienletters Julia erop geschreven. Ook vijfjarigen houden van duidelijkheid.

Aan tafel vertelt F. over het bezoek van Sint aan Julia’s school: ze lopen samen door de gang, Julia met haar Pietenpet op, en komen stomtoevallig een Piet tegen. Piet, altijd vrolijk, zwaait uitbundig en roept ‘Ha die Julia! Hoe gaat het?!’ en geeft haar een handje pepernoten. Het gaat goed met Julia, en ze lopen door. ‘Dat is toch wel knap hè, van Piet,’ zegt F. ‘dat hij je naam nog wist.’ Juul kijkt hem aan en zucht: ‘Ja… duh… pap. Zo knap is dat niet.’ Ze zet haar pet recht en vervolgt: ‘Piet kijkt ook weleens in het Grote Boek van Sinterklaas, hoor.’ Er is geen speld tussen te krijgen. Ze plakt er nog een jaartje aan vast.