4 februari 2010
Er zijn nog 33 seconden te spelen als Non I. met Non S. aan haar zijde op het vijandelijke doel afstormt. In de hoek houdt de fotograaf zijn camera in de aanslag, dit moment van eeuwige roem moet worden vastgelegd voor het nageslacht. Vier WisselNonnen langs de lijn houden hun adem in, Kootz durft nauwelijks te kijken, de wissels van de tegenstanders en klaarstaande zaalvoetbaljongens die straks zelf mogen spelen kijken in slowmotion toe hoe deze topwedstrijd gaat aflopen. Het woord ‘apotheose’ was nog nooit zo van toepassing als nu. Nog even, dan zal I. de bal onder de keeper door in het doel schuiven en uitzinnig van vreugde S. in de armen vallen. Of speelt ze de bal af, en zal S. de beslissende goal maken? Nog 29 seconden. Ze duren een eeuwigheid.
De kampioenswedstrijd. De nummer een (zij) tegen de nummer twee (wij). Na een 3-1 achterstand staat het nu toch 3-3. Wij móeten winnen, zij hebben aan een gelijkspel genoeg. Dit is zaalvoetbal op het hoogste niveau, hiervoor komen de mensen naar het stadion, de thuisblijvers hebben voor de zoveelste keer ongelijk. Nog 25 trage seconden. I. maakt een schijnbeweging, doet alsof ze afspeelt, maar ze houdt de bal bij zich en schat de hoek tot de keeper in. Eerder schoot ze al op de paal, en de keeper heeft ook al goede reddingen verricht, maar ze weet: als deze erin vliegt zijn we kampioen… Wat gaat er door haar hoofd? Het gaat snel en langzaam tegelijk, niemand ziet goed wat er gebeurt, maar als de scrimmage voorbij is, de stofwolken zijn opgetrokken en de klok op 9 seconden staat, heeft de keeper de bal klemvast. Ze ligt op de grond en glimlacht triomfantelijk. I. staat er verslagen bij, ze grijpt naar haar hoofd, de zoemer gaat. Afgelopen.
Er zijn tranen. Onbegrip en ongeloof. Gescheld en gevloek, maar er worden ook handjes gegeven aan de tegenstander en ik hoor iemand ‘gefeliciteerd’ zeggen. Geloof ik. De meegenomen kampioensschaal gaat weer mee terug naar huis in de grote rode Dirktas. In de kantine is het even later stil aan tafel. Lege glazen vruchtensap, een enkele AA, wat kopjes thee, een cola. ‘Volgende competitie pakken we ze,’ zegt Non S. dan. De andere Nonnen knikken.