24 november 2009
De ideale maandagavond van De Grote Schrijver uit New York bestond gisteren uit spaghetti met een buitensporige hoeveelheid gebakken knoflook, poon uit de oven en panna cotta toe. Tussendoor was er muziek van Leonard Cohen en werd uiteindelijk de film Le conseguenze dell’amore vertoond, een film over liefde en waarheid en de consequenties ervan, die in zo veel gevallen niet te overzien zijn. Een boeiend vooruitzicht. Maar eerst was er een inleidend gesprek met socioloog Joop Goudsblom, met als uitgangspunt het hedendaags nihilisme (‘Iedereen is een nihilist, maar sommige mensen weten het nog niet’) dat in het verloop ook ging over Norbert Elias, Nietzsche en het waarheidsgebod in de cultuur. Dat laatste bleek voor beide mannen een heikel punt. Kan de ene waarheid waarder zijn dan een andere? En hoe bezwaarlijk is het te beweren dat bijvoorbeeld een oorlog waar je niets mee te maken hebt voor jou minder erg is dan pijn aan je pink, zelfs als dat waar is? Heel even kreeg ik de indruk dat de vraag ‘wat is waarheid?’ deze avond beantwoord zou worden, maar daarvan was geen sprake. De belangrijkste vraag was: tot hoe ver mag een mens gaan in zijn eigen waarheid? Iets wat me al tijden bezighoudt. ‘Als niets waar is, is alles toegestaan,’ was het antwoord van Goudsblom. De Grote Schrijver vatte samen: ‘Die waarheid wint, die ons helpt het best te overleven.’ Twee fraaie staaltjes nihilisme waarvan in elk geval geen woord gelogen is, kan ik u verzekeren. Toen werd de spaghetti aglio e olio geserveerd.