Blog

Schizofreen

16 juni 2010

Gisteravond zag ik de première van de voorstelling ‘Nijinsky – dancer, clown, god’ met vriendin L., zelf in haar jeugd een bovengemiddeld getalenteerd danseres, zegt ze, en ik heb geen reden daaraan te twijfelen. Nu weet ik te weinig van ballet om er iets inhoudelijks over te kunnen zeggen, maar de voorstelling van gisteren vond ik niet alleen bijzonder mooi, maar ook spannend in de meest letterlijke zin: de combinatie van dans, zang, tekst, beeld en muziek verraste mij en de energie en de spanning op het toneel zorgden ervoor dat er veel te beleven viel. Ik blijf het bovendien waanzinnig vinden te zien hoe hoog en ver die dansers schijnbaar moeiteloos kunnen springen zonder dat je in de gaten hebt dat ze de grond verlaten of weer terugkeren op aarde, in stilte landend als een poes.
Vaslav Nijinsky was een briljant danser maar bovendien en vooral een volstrekte gek, zoals blijkt uit zijn dagboeken: ‘Ik beschouw het theater als het leven. Ik ben geen verzinsel. Ik ben het leven. Het theater is het leven. Ik ben het theater. Ik weet wat een oog is. Een oog is theater. Hersens zijn publiek. Ik ben een oog in hersens. Ik houd er van in de spiegel te kijken en een oog op mijn voorhoofd te zien.’ Ik zeg: Nijinsky was een narcistische schizofreen, waarschijnlijk een met borderline, als dat ziektebeeld tijdens zijn leven al bestond. Vermoeiend lijkt me dat, borderline en narcisme verenigd in één schizofrene gek. Ook lastig voor de directe omgeving, die nooit weet wanneer iemand het zicht op de werkelijkheid definitief is verloren. Zeker als diegene zelf steeds meer in zijn eigen waanzin gaat geloven. Wie ervan houdt in de spiegel te kijken en een oog op zijn voorhoofd te zien, heeft geen oog meer voor de werkelijkheid. Die houdt alleen maar van zichzelf én zichzelf voor de gek.