21 januari 2011
De dag na ‘Operatie Sterke Os’ kwamen broers F. en S. met een grote grijns de ziekenhuiszaal binnenwandelen waar Sterke Os lag bij te komen. Ze hadden een cadeautje meegenomen om hem op te vrolijken – hij was dan misschien niet jarig, maar toch vierden we een beetje een verjaardag. Het was een grote clownsballon. We noemden hem Clowntje Piet.
Kamergenoten Theo en Gerard waren maar wat blij met die vrolijke ballon die alle bezoekers zwevend vanuit de vensterbank een maand lang de hele dag begroette. Toen Sterke Os eind vorig jaar werd ontslagen, gaf hij Clowntje Piet aan Theo: ‘Hier, Theo. Clowntje Piet zal ervoor zorgen dat je snel beter wordt. Maar het is een doorgeefballon – wanneer jij naar huis mag, moet je hem weer aan de volgende op de zaal geven, ok?’ Theo knikte en beloofde goed voor Clowntje Piet te zorgen en Clowntje Piet zag dat het goed was.
Afgelopen dinsdag in het ziekenhuis werd Sterke Os officieel ontslagen. Het revalidatietraject zal de komende weken voor de rest zorgen. Ik slenterde wat door de gangen, hopend dat Clowntje Piet nog in de vensterbank waakte over nieuwe patiënten. Dat was niet het geval. ‘Ze hebben Clowntje Piet weggehaald!’ sipte ik weer terug bij de balie. ‘Hij heeft z’n werk toch ook gedaan? Ik ben weer als nieuw!’ antwoordde Sterke Os terwijl hij het laatste papierwerk afhandelde. ‘Een maand is ook best oud voor een ballon, jongen.’ Hij legde zijn hand troostend op mijn schouder. Ik zocht naar mijn zakdoek. Maar! Daar! Op de balie! Zweefde Clowntje Piet! Een beetje verschrompeld en verstopt achter een plant, maar wat gaf het: hij is niet dood, hij leeft! En hij heeft iedereen beter gemaakt, lang leve Clowntje Piet!
Dat was dinsdag. Vandaag kamp ik met ellendige buiknaweeën van een veel te leuke dag en avond met kaasfondue gisteren. Buik, hoofd, lijf, ogen, roept u maar: alles doet zeer. Maar goed dat ik extra wc-papier in huis heb. Zwetend in bed zoek ik naar iemand die voor me kan zorgen, maar die is nergens te vinden. Ik wou dat Clowntje Piet hier was.