Blog

Zwaaien

27 januari 2011

Vier lijkkistdragers liepen gisteren statig door de Kunsthal in Rotterdam, waar de ontroerende, liefdevolle tentoonstelling ‘ByeBye Super 8’ werd geopend. De kraaien droegen een grote gele replica van het beroemde Kodachrome 40 ASA Super 8 doosje naar het podium, waar filmmaker en regisseur Johan Kramer voor de laatste maal zijn liefde voor deze schitterende filmpjes verklaarde. De felle kleuren. Het rrrrrrratelen van de projector. Een witte muur of laken als scherm. Ssssssst! Ssssssstt! sissende broertjes en zusjes tijdens de voorstelling. De kracht van nauwelijks drie minuten waarin een hele vakantie verteld kon worden. De stilte. De beelden die voor zichzelf spreken. De vijfendertigplussers in de zaal knikten weemoedig, verdwaald in het netvlies van hun herinnering: zo hadden wij ook allemaal onze jeugdfilmpjes beleefd.
Sinds 30 december 2010 kunnen de filmpjes nergens ter wereld meer worden ontwikkeld, Kodak Super 8 is definitief dood. Kramer wist de hand te leggen op de laatste vijfentwintig gele doosjes en wilde een passende begrafenis voor zijn jeugdliefde regelen. De vijfentwintig achtjarige kinderen op de eerste rij waren de mazzelaars: Kramer had speciaal hen uitgekozen om met die laatste vijfentwintig filmpjes nog éénmaal een kinderleven in drie minuten vast te leggen. Voor wie is geboren in een wereld waarin elke telefoon een vliegtuigramp kan filmen, zou je denken dat zo’n Super 8-film net zo spannend en buitenaards bejaard moet zijn als een elpee op een koffergrammofoon. Maar niets was minder waar: de kinderen straalden van trots en plezier toen ze de stille beelden zagen. En terecht. De vijfentwintig projectoren op een rij waren al een feest (dat schitterende jarenzeventig formica-hout!), maar de filmpjes zelf ontroerden werkelijk iedereen, vijfendertigplus én iPhonegeneratie.
Net als bij de beginleader van mijn lievelingsserie The Wonder Years eindigden de filmpjes gelukkig zoals het hoort op Super 8: met vijfentwintig kinderen die zwaaien. Dag Super 8, dag! En ik kon er niks aan doen, maar ik zwaaide gewoon terug. Net als alle anderen.