Blog

Koffer

23 oktober 2009

Gisteravond zag ik La Siciliana Ribelle, een film over de Siciliaanse mafia. Het verhaal over de zeventienjarige Rita Atria is waar gebeurd, maar daarom niet minder geloofwaardig. De beelden van Sicilië zijn prachtig, en de opmerking van Rita’s moeder dat haar dochter niets meer is dan dood vlees deed me glimlachen, als enige in de zaal. Er kwam nog een mooie zin voorbij. Halverwege stormt Rita de kamer van onderzoeksrechter Paolo Borsellino binnen en zegt boos: ‘Ik word behandeld als een koffer.’
Als student werkte ik enige tijd op de bagageafdeling van Schiphol. Dat was niets voor mij, maar het betaalde goed. Als ik ‘op transfer’ stond, moesten koffers van de ene kist (jargon!) naar de andere worden overgeheveld ‘met een bandje’, waarmee een rupsband werd bedoeld. Hierbij ging het er meestal hardhandig toe. Stond je ‘op Amsterdam’, dan flikkerde je de koffers zo snel je kon van de ijzeren karretjes op de bagageband. Ook dan sprongen sommige koffers open, maar er was niemand die zei dat je voorzichtiger moest doen. Meestal werd er gegrinnikt en weer doorgewerkt. Rita had gelijk. Een meisje van zeventien dat haar hele dorp verraadt, haar familie te schande maakt en de woede van de mafia over zich afroept, heeft het recht beter behandeld te worden dan een koffer. Ergens moet een grens getrokken worden.