Blog

Een jaar later

24 maart 2017

Er zijn het afgelopen jaar ook dagen voorbijgegaan dat ik niet aan Johan heb gedacht. Vorig jaar op deze dag zou ik tussen 12.30 uur en 17.00 uur bezoek krijgen van een monteur van de firma Feenstra om mijn badgeiser te controleren en schoon te maken, zoals ieder jaar eind maart gebeurt. ’s Avonds moest ik eerst een privé-quiz presenteren, en daarna in de Sporthallen Zuid een wedstrijd van mijn girlz tegen onze aartsvijand coachen. Wachtend op Feenstra zat ik op de bank tv te kijken toen plotseling een extra journaal werd aangekondigd dat mijn wereld in een klap veranderde: Johan Cruijff was overleden.

Op 26 juni 2009 schreef ik op deze plaats: ‘Hoe zou de wereld reageren als Maradona overlijdt? Over Cruijff durf ik niet eens na te denken.’ Nu was het zover. De tranen biggelden al een halfuur over mijn wangen toen ineens de deurbel ging en twee heren van Feenstra de trap opliepen. Boven keken ze me beduusd in de betraande ogen. ‘Neem me niet kwalijk,’ stamelde ik, ‘maar Johan is dood.’ Ik kon niet stoppen met huilen. De mannen keken versteend naar de tv. Zonder iets te zeggen gingen ze aan de arbeid, mijn badgeiser moest schoon, of Johan nu dood was of niet.

Toen ze weg waren deed ik iets wat ik nog nooit had gedaan: op de Cuyp kocht ik 14 rode en witte rozen, vastbesloten deze bij het beeld van Johan te leggen naast het Olympisch Stadion, (als een blikje bier bij het beeld van Hazes) dat de overtreding op Cruijff voorstelt in de eerste minuut van de WK-finale van 1974 tegen West-Duitsland. Het voelde als iets wat ik moest doen, en op weg naar de wedstrijd in de Sporthallen Zuid was daar nog best tijd voor.

Hoe ik eerst nog die quiz heb gepresenteerd weet ik niet meer. Hoe ik met 14 rozen onder mijn arm naar het Olympisch Stadion ben gefietst ook niet. Wel weet ik dat het nog rustig was toen ik rond halfacht bij het beeld aankwam, waarna het steeds drukker werd. Op het Cruyff Court tegenover het beeld werd gevoetbald door jongens van hooguit tien. Niemand zei iets. Cameraploegen draaiden zwijgend, supporters, bewonderaars, vaders en moeders met hun kinderen, oude mannen alleen met hun gedachten. Johan was van iedereen. Ik legde mijn 14 rozen neer en plakte het gedicht erbij dat ik bijna twintig jaar geleden heb geschreven ter ere van Johans vijftigste verjaardag. Nu met Messi er ook in. Toen moest ik gaan. Ik las nog met rode ogen de plaquette bij het beeld waarop stond dat Berti Vogts de overtreding op Johan maakte en ik stapte op mijn fiets. ‘Wat nou Berti Vogts?’ dacht ik toen ik wegfietste. ‘Het was toch Uli Hoeness, Johan?’ Die avond verloren we de wedstrijd tegen onze aartsrivaal met 1-4.

 

Johan 50 jaar

 

De Schaar van Keizer kon ik al

Toen ik net zeven was

Die Omhaal van Van Basten

Deed ik in de eerste klas

 

Voor de Stift van Bergkamp

Draaide ik mijn hand niet om

En net als Wim van Hanegem

Schoot ik de ballen krom

 

Mijn vrije trap schoot ik als Koeman

Soms als Platini

Ik dribbelde als Diego, Messi,

Of Pelé, nog zo’n genie

 

Tot gisteravond laat, op straat,

Heb ik ze nagebootst

Maar Cruijffie zijn, dat kon ik niet

Want Johan was het grootst